Cathérine Vandoorne blikt terug: “Ze deden het gewoon opzettelijk”
Heel wat mensen kijken met goede herinneringen terug op hun eerste vakantiejobs die ze hebben mogen doen. Ook Cathérine Vandoorne blikt er voor Story graag op terug.
Toen ze 14 was ging Cathérine aan het werk op haar eerste vakantiejobs. “Eerst in de landbouw, aardbeien plukken en erna zijn er nog enkele gevolgd. Zo heb ik ook tabak geoogst op het veld van een plaatselijke boer.”
Een andere opvallende vakantiejob was dan weer eentje in het rusthuis, als poetsvrouw. “Daar zaten echte sloebers die het wel fijn vonden dat er jonge vrouwen rondliepen. Soms had ik de indruk dat ze opzettelijk morsten om ons nog eens te zien of een praatje te kunnen slaan.”
Maar de vakantiejob die haar misschien nog het meest is bijgebleven is die in de beenhouwerij in een supermarkt in Izegem. “In de beenhouwerij zelf mocht ik niet staan, maar wel achter de charcuterietoog. De beenhouwer die ook toezicht hield op mijn werk, was een geestige man. Maar ook erg streng.”
En dat uitte zich in een strenge controle van allerlei maatregelen. “Zo keek hij er letterlijk op toe of ik mijn handen wel goed waste voordat ik aan mijn shift begon en ook nagellak was taboe. Ik moest ook nog een propere schort dragen voor de hygiëne.”