Martin Heylen: “De hilariteit zindert nog altijd na”

Toen de kinderen van Martin Heylen nog klein waren, besloten Martin en zijn vrouw om op vakantie te gaan naar Hongarije. Ze wilden alles op zich laten afkomen en boekten niks op voorhand.

“Qua communicatie met de lokale bevolking zouden we ons wel redden, dacht ik: in de meest gangbare Europese talen kon ik me enigszins verstaanbaar maken. Mannekes, viel dat even tegen! Hongaars is met geen enkele andere taal in Europa te vergelijken, en de woorden bleken vaak ellenlang en nauwelijks uit te spreken”, lacht Martin in Humo.

Het gezin zat in de wagen in Hongarije en de kinderen hadden het erg warm. Er was ergens een zwembad in de buurt, maar Martin had geen idee waar.

“Ik zei: ‘kijk hoe papa dat hier oplost.' Ik draai het raam open, wuif naar de voetgangers en roep: 'Jó napot!' - goeiendag in het Hongaars. Terwijl ik met mijn armen de schoolslag doe, vervolg ik, heel nadrukkelijk: 'Zwiem, zwem? Zwoem?' Het gezelschap, een gezin in zomerse kledij, kijkt me perplex aan, dus ik doe nog eens extra mijn best: 'Zwiem? Zwem? Hier ergens?' Daarop knikt de vader van het gezin, waarna hij met een vuistdik Limburgs accent verklaart: 'Het openluchtzwembad is hier juist om de hoek, meneer. Veel plezier, en nog een prettige dag samen.' De hilariteit bij vrouw en dochters zindert tot op de dag van vandaag na.”