Martine Jonckheere: “Ik voelde me er meteen thuis”
Vriendschappen maken in een programma als ‘De Verraders’, het lijkt bijzonder moeilijk. In het eerste seizoen van de reeks is dat ook niet echt het geval geweest, maar dat is in seizoen 2 toch helemaal anders.
“We chatten nog veel en het is leuk dat het een heel diverse groep is. Als je in een soap zit, blijf je in hetzelfde kringetje draaien. Het spel overdag was ook bevrijdend, ook al was er nadien spanning dat de verraders je ’s nachts konden vermoorden. Maar ik dacht: ‘Als het zo moet zijn, dan is het maar zo’”, zegt Martine Jonckheere in Dag Allemaal.
Bij aankomst op het kasteel was de eerste groep al een drie uur op bestemming en hadden ze keuze uit alle kamers. Wie later kwam, moest zich tevreden stellen met wat er nog was. Zo belande Martine in het kleinste kamertje van het kasteel.
“Ik heb Nora Gharib nog helpen zoeken naar een kamer. Plots dacht ik: ‘Oei, zelf heb ik nog niets!’ Alleen het kleinste kamertje was er nog, maar ik voelde me er meteen thuis. Ik had een prachtig uitzicht over de oprit van het kasteel en ’s nachts bewonderde ik de sterrenhemel. Ik ben er helemaal zen geworden.”