vrijdag 26 februari 2016
Nieuw op VTM: Alloo In De Psychiatrie
Vanaf donderdag 3 maart.
België is wereldwijd één van de koplopers in het opnemen van patiënten in psychiatrische instellingen. Luk Alloo liep twee jaar lang mee in een Vlaamse instelling en sprak er heel open en zonder taboes met dertig patiënten. In Alloo in de Psychiatrie belicht hij de verhalen van mannen en vrouwen die 1, 5, 10, 20 jaar en langer in de psychiatrie verblijven na een burn-out, een depressie, een psychose of een neurose.
In de periode tussen mei 2014 en maart 2016 portretteerde Luk Alloo dertig psychiatrische patiënten in het Psychiatrisch Centrum Caritas van Melle. Stuk voor stuk mensen met psychiatrische kwetsbaarheden die ondersteund, verzorgd en behandeld worden om ooit terug een stap te zetten in de maatschappij. De getuigen spreken heel eerlijk over hun ziektebeeld, de impact van de aandoening op hun leven, de gevolgen voor de verhoudingen met hun familie en werk, de inzichten en de toekomst. In Alloo in de Psychiatrie wordt het taboe doorbroken.
“Mijn interesse in psychiatrie is bijzonder groot”, licht Luk Alloo toe. “De gesprekken die ik met de patiënten voer gebeuren met een open vizier en zonder taboes. Ik ben enorm ontroerd door de openheid van de getuigen en de meedogenloze inzet van het personeel. Toch schrik ik ervan dat praten over je psychiatrisch ziektebeeld een enorm taboe blijft. Het was makkelijker om een gevangene met een zwaar crimineel verleden te interviewen. Het programma toont de psychiatrische patiënt zoals hij is: broos en kwetsbaar. De kijker krijgt een verrassende inkijk in hun leven, denken en handelen.”
Herman Roose, algemeen directeur PC Caritas: “Veel mensen weten niet hoe het eraan toegaat binnen de psychiatrie en kunnen er zich enkel een beeld van vormen op basis van berichtgeving in de media. Er gebeurt echter veel meer dan die specifieke incidentdossiers en Alloo in de Psychiatrie brengt dit naar voor. Het programma doorbreekt op een eerlijke en realistische manier de muren rond de psychiatrische sector en maakt de geestelijke gezondheidszorg toegankelijk voor het grote publiek. De patiënten die in de reeks getuigen werden met de grootste zorg benaderd in samenwerking met hun begeleiders en directe omgeving. We zijn hier voorzichtig te werk gegaan omdat we onze patiënten willen beschermen en er zeker van willen zijn dat ze weten wat hun medewerking met zich meebrengt. Anderzijds, wie anders dan onze eigen patiënten kunnen het best vertellen over onze aanpak? Zij weten hoe ze hier terechtgekomen zijn, wat ze hebben meegemaakt, waar ze nu staan en waar ze naartoe werken.”
Aflevering 1:
In de eerste aflevering wordt Luk Alloo rondgeleid in het Psychiatrisch Centrum Caritas. Hier verblijven 500 à 600 patiënten, al spreekt directeur Herman Roose liever over cliënten en over mensen met een psychiatrische kwetsbaarheid.
Op de afdeling De Meander ontmoet Luk patiënt Jan, een man met psychische problemen. Jan kreeg na een fysieke inspanning de aandoening NAH - een niet aangeboren hersenletsel - en die hersenaandoening resulteerde in problemen met het psychosociaal functioneren. “Voordat ik mijn letsel kreeg, was ik een heel actieve man”, verklaart Jan. “In 2010 zat ik in de zetel en kon ik plots niet meer bewegen en niet meer praten. Ik was verlamd. Dokters zegden dat ik amper 3% kans had om erdoor te komen. Na een lange revalidatie kwam ik er langzaam door, maar nu zit ik in de psychiatrie omdat ik niet kon aanvaarden dat ik de rest van mijn leven fysiek gehandicapt zal blijven. Ik zal nooit nog een actief leven hebben en heb daarom al enkele zelfmoordpogingen ondernomen.”
Marnix weet niet welke aandoening hij heeft en zit ondertussen al 2 jaar in de psychiatrische instelling. “Daarvoor woonde ik nog thuis”, geeft hij mee. “Maar mijn ouders konden de zorg voor mij niet meer aan. Ik kan niet zeggen waarom ik hier zit.” De verantwoordelijke Mieke geeft woord en uitleg: “Marnix heeft geen ziekte-inzicht, hij is gedwongen opgenomen omdat hij thuis niet meer kon aarden. Hij heeft een verstandelijke beperking en hij heeft een koopwoede en kan moeilijk om met een ‘nee’.”
In de resocialisatieafdeling Klimop ontmoet Luk Ilse, een kwetsbare vrouw die lijdt aan dissociatie. “Concreet komt het erop neer dat ik last heb van regelmatig terugkerende black-outs. Als me dat overvalt, vlucht ik soms uit de instelling en ben ik mij daar niet bewust van. Mijn langste vlucht duurde 24 dagen. Ik besefte dat niet. Ik sliep op straat en herinner mij nadien niets meer van zo’n vlucht.”
Limke is een jongedame die lijdt aan spectrum-autisme. “Ik wist op mijn veertien dat er iets mis was met mij. Ik was introvert op school en later ben ik pas te weten gekomen wat er met mij mis is. Ik hoop ooit een normaal leven te kunnen leiden, maar tot op vandaag weet ik niet of dat zal lukken.”
Luk ontmoet ook Eveline en Lise. Eveline is al drie maanden opgenomen in het psychiatrische centrum met een dissociatieve identiteitsstoornis, vroeger bekend als het meervoudig persoonlijkheids-syndroom. “Als ik het moeilijk heb, splits ik mijn persoon volledig af van mijn gevoel”, getuigt Eveline. “Dan ben ik niet meer mezelf en word ik iemand anders. Ik hoor ook constant stemmen in mijn hoofd. Die stemmen kan ik moeilijk onderdrukken en vergen enorm veel energie van mij.” Wanneer Evelien definitief naar huis zal mogen, weet ze niet. “Ik heb veel aan de medepatiënten. We steunen elkaar, ook in deze moeilijke omstandigheden. We weten dat we moeten wachten.”
Alloo in de Pschiatrie, donderdag 3 maart om 21.50 op VTM.
In de periode tussen mei 2014 en maart 2016 portretteerde Luk Alloo dertig psychiatrische patiënten in het Psychiatrisch Centrum Caritas van Melle. Stuk voor stuk mensen met psychiatrische kwetsbaarheden die ondersteund, verzorgd en behandeld worden om ooit terug een stap te zetten in de maatschappij. De getuigen spreken heel eerlijk over hun ziektebeeld, de impact van de aandoening op hun leven, de gevolgen voor de verhoudingen met hun familie en werk, de inzichten en de toekomst. In Alloo in de Psychiatrie wordt het taboe doorbroken.
“Mijn interesse in psychiatrie is bijzonder groot”, licht Luk Alloo toe. “De gesprekken die ik met de patiënten voer gebeuren met een open vizier en zonder taboes. Ik ben enorm ontroerd door de openheid van de getuigen en de meedogenloze inzet van het personeel. Toch schrik ik ervan dat praten over je psychiatrisch ziektebeeld een enorm taboe blijft. Het was makkelijker om een gevangene met een zwaar crimineel verleden te interviewen. Het programma toont de psychiatrische patiënt zoals hij is: broos en kwetsbaar. De kijker krijgt een verrassende inkijk in hun leven, denken en handelen.”
Herman Roose, algemeen directeur PC Caritas: “Veel mensen weten niet hoe het eraan toegaat binnen de psychiatrie en kunnen er zich enkel een beeld van vormen op basis van berichtgeving in de media. Er gebeurt echter veel meer dan die specifieke incidentdossiers en Alloo in de Psychiatrie brengt dit naar voor. Het programma doorbreekt op een eerlijke en realistische manier de muren rond de psychiatrische sector en maakt de geestelijke gezondheidszorg toegankelijk voor het grote publiek. De patiënten die in de reeks getuigen werden met de grootste zorg benaderd in samenwerking met hun begeleiders en directe omgeving. We zijn hier voorzichtig te werk gegaan omdat we onze patiënten willen beschermen en er zeker van willen zijn dat ze weten wat hun medewerking met zich meebrengt. Anderzijds, wie anders dan onze eigen patiënten kunnen het best vertellen over onze aanpak? Zij weten hoe ze hier terechtgekomen zijn, wat ze hebben meegemaakt, waar ze nu staan en waar ze naartoe werken.”
Aflevering 1:
In de eerste aflevering wordt Luk Alloo rondgeleid in het Psychiatrisch Centrum Caritas. Hier verblijven 500 à 600 patiënten, al spreekt directeur Herman Roose liever over cliënten en over mensen met een psychiatrische kwetsbaarheid.
Op de afdeling De Meander ontmoet Luk patiënt Jan, een man met psychische problemen. Jan kreeg na een fysieke inspanning de aandoening NAH - een niet aangeboren hersenletsel - en die hersenaandoening resulteerde in problemen met het psychosociaal functioneren. “Voordat ik mijn letsel kreeg, was ik een heel actieve man”, verklaart Jan. “In 2010 zat ik in de zetel en kon ik plots niet meer bewegen en niet meer praten. Ik was verlamd. Dokters zegden dat ik amper 3% kans had om erdoor te komen. Na een lange revalidatie kwam ik er langzaam door, maar nu zit ik in de psychiatrie omdat ik niet kon aanvaarden dat ik de rest van mijn leven fysiek gehandicapt zal blijven. Ik zal nooit nog een actief leven hebben en heb daarom al enkele zelfmoordpogingen ondernomen.”
Marnix weet niet welke aandoening hij heeft en zit ondertussen al 2 jaar in de psychiatrische instelling. “Daarvoor woonde ik nog thuis”, geeft hij mee. “Maar mijn ouders konden de zorg voor mij niet meer aan. Ik kan niet zeggen waarom ik hier zit.” De verantwoordelijke Mieke geeft woord en uitleg: “Marnix heeft geen ziekte-inzicht, hij is gedwongen opgenomen omdat hij thuis niet meer kon aarden. Hij heeft een verstandelijke beperking en hij heeft een koopwoede en kan moeilijk om met een ‘nee’.”
In de resocialisatieafdeling Klimop ontmoet Luk Ilse, een kwetsbare vrouw die lijdt aan dissociatie. “Concreet komt het erop neer dat ik last heb van regelmatig terugkerende black-outs. Als me dat overvalt, vlucht ik soms uit de instelling en ben ik mij daar niet bewust van. Mijn langste vlucht duurde 24 dagen. Ik besefte dat niet. Ik sliep op straat en herinner mij nadien niets meer van zo’n vlucht.”
Limke is een jongedame die lijdt aan spectrum-autisme. “Ik wist op mijn veertien dat er iets mis was met mij. Ik was introvert op school en later ben ik pas te weten gekomen wat er met mij mis is. Ik hoop ooit een normaal leven te kunnen leiden, maar tot op vandaag weet ik niet of dat zal lukken.”
Luk ontmoet ook Eveline en Lise. Eveline is al drie maanden opgenomen in het psychiatrische centrum met een dissociatieve identiteitsstoornis, vroeger bekend als het meervoudig persoonlijkheids-syndroom. “Als ik het moeilijk heb, splits ik mijn persoon volledig af van mijn gevoel”, getuigt Eveline. “Dan ben ik niet meer mezelf en word ik iemand anders. Ik hoor ook constant stemmen in mijn hoofd. Die stemmen kan ik moeilijk onderdrukken en vergen enorm veel energie van mij.” Wanneer Evelien definitief naar huis zal mogen, weet ze niet. “Ik heb veel aan de medepatiënten. We steunen elkaar, ook in deze moeilijke omstandigheden. We weten dat we moeten wachten.”
Alloo in de Pschiatrie, donderdag 3 maart om 21.50 op VTM.