Rani De Coninck: “Weet jij waar die plek is dan?”
Rani De Coninck was een tijdje buiten strijd waardoor ze niet meer kon gaan werken. Ze verzette zich ook volop tegen het verdriet dat ze voelde en dat had ze beter niet gedaan. Het is dankzij haar man dat ze het verdriet toeliet en dat ze kon beginnen aan haar herstel.
Het was vooral onverwerkt verdriet om haar overleden zus die weer was komen opspelen. En dat allemaal door een gebeurtenis bij vrienden van haar en haar man.
“Ik liet het toe en het werd een zeer heftige periode. Daar ben ik nu dankbaar om. Want ook al was het oud verdriet, de rouw om mijn zus kent geen einde. Die kan altijd getriggerd worden. Een geur, een blik van iemand of een lied, je kunt het zo gek niet bedenken of het is er weer. Ik word niet op een dag wakker met het gevoel: ah, het is voorbij, dat verdriet”, zegt Rani in De Morgen.
Men zegt wel eens dat je verdriet een plek moet geven en dat het dan ook weer beter zal gaan, maar dat vindt Rani een beetje vreemd.
“Weet jij waar die plek is dan? Nee, ik ga tot het einde van mijn dagen verdriet hebben om mijn zus, die plots niet meer naast mij liep op mijn levenspad. Maar ik probeer ook dankbaar te zijn voor de jaren die we wel samen hadden, zelfs al zijn dat er maar zestien.”