Sven Gatz aan antidepressiva
Sven Gatz wil taboe doorbreken.
Meestal doen bekende gezichten hun grote bekentenissen in Gert Late Night tijdens de Bedgeheimen met James Cooke maar Sven Gatz vertrouwde eerder deze week zijn gasten al iets toe: hij vecht al 20 jaar met een chronische depressie en neemt daarvoor medicatie. “Eén derde van de bevolking heeft vroeg of laat te maken met een depressie, bij mij was dat plots op mijn dertigste. Ik was net als parlementslid verkozen en wou er meteen invliegen. Ik nam altijd maar meer aan, ik kon alles aan. Maar dat bleek niet zo te zijn. Op een dag bots je tegen een muur en dan hoor je van je moeder dat zij dat ook heeft en dat het aangeboren is. In het begin werd ik moe en had ik nergens nog interesse in. Dingen die je vroeger leuk vond, zegden mij plots niets meer. Daarna werd het alsmaar erger en ging mijn stressmeter kapot en ging ik in het rood. Ik werd wakker om 5-6 uur ’s morgens, kreeg angstmomenten hoewel daar geen reden voor was. Dat was best wel beklemmend. Ik kon tijdens een vergadering ook niet blijven zitten, ik was te onrustig. Blijkbaar is het bij mensen die het hebben vaak erfelijk bepaald, mijn moeder heeft dit ook een aantal keer gehad. Ik moest er net zoals mijn moeder ermee leren omgaan. “
Over zijn kinderen; Ik heb hen dat verteld maar dat is een beetje dubbel, je wilt hen ook geen schrik aanjagen. Want als je niet weet wat het is als je het nog nooit gehad hebt kan je je er niets bij voorstellen. Je identiteit wordt precies ingekrompen, je bent maar half de mens die je daarvoor was.
In het begin zei de dokter dat Gatz mogelijk een depressie had en stelde me voor om antidepressiva te nemen. “Mijn eerste reactie was intuïtief ‘Ik ben toch niet gek?’ maar dan doe je het toch omdat ik er echt steeds meer van begon af te zien. Ik moest dan ook iets doen nadat de praattherapieën geen oplossing bleken te zijn. Ondertussen heeft Sven Gatz zijn depressieve gevoelens onder controle en door er zo openlijk over te praten bij Gert Late Night hoopt hij ook andere mensen te helpen. “In de politiek zijn er verschillende mensen die ermee te maken hebben, soms zelfs op hoog niveau. Ik heb er nu mee leren leven dat ik dagelijks een pilletje moet nemen. Ik heb er jaren tegen gevochten maar op mijn 44ste heb ik besloten om mijn medicijn te blijven nemen. Ondertussen kan ik alles beter en sneller herkennen, het maakt nu gewoon deel van mijn leven uit. We kennen allemaal wel iemand die een depressie gehad heeft of er één zal krijgen, besluit Gatz.