
Werner De Smedt: “Ik praat er nu nog altijd over”
Werner De Smedt ging niet heel graag naar school en al zeker niet in het vierde leerjaar. Hij was vaak ziek van de stress en voelde zich ook vaak ellendig. Het voelde ook een beetje als een trauma die hij toen heeft opgelopen.
“In zekere zin wel, vermits ik er nu nog over praat. Die jaren hebben me zeker getekend, dat is een feit. Waarom mijn ouders me naar die school stuurden? Tja, omdat het een school was met naam en faam en omdat ze dachten dat hun zoon daar een degelijke opvoeding zou krijgen. Ze hadden vertrouwen in het apparaat, een verkeerd respect eigenlijk”, zegt hij in Primo.
Rebelleren tegen het regime deed Werner niet. Maar hij was wel een buitenbeentje op school. Hij voelde zich er niet thuis en deviant gedrag dook op.
“Dat uitte zich op een zeer onschuldige manier. Vaak met een humoristische insteek. Ik zou bijvoorbeeld nooit de bezemkast in brand gestoken hebben. Ik herinner me wel nog dat ik op de speelplaats een doodskop had getekend met de krijtrestanten uit de bordenwissers. Hij was prachtig gelukt, dat weet ik nog.”