zaterdag 4 december 2010
Drijendaertigers van Katastroof
Soms maakt een groep onverwacht een plaat waarvan men zegt: “Dit is hun meesterwerk”. Zo’n album dat critici de mond snoert en ze toegeven: “We waren verkeerd. Dit is een bewijs van hun enorme talent.”
Soms maakt een groep onverwacht een plaat waarvan men zegt: “Dit is hun meesterwerk”. Zo’n album dat critici de mond snoert en ze toegeven: “We waren verkeerd. Dit is een bewijs van hun enorme talent.”
“Drijendaertigers” is natuurlijk NIET zo’n album, maar dezelfde flauwe zever die hun fans al 33 jaar met veel plezier slikken. Wat zou een plaat van Katastroof zijn zonder drinkliederen of schenenstamperij? Wie zou er een katastrofaal album aanschaffen zonder schunnige praat? Maar de trouwe luisteraar weet ook dat Katastroof staat voor maatschappijkritiek en pakkende ballades. Dat is ook op “Drijendaertigers” het geval. 33, dat is de leeftijd van Katastroof, van Stef Bef en Jezus; hun favoriete formaat pint (als er geen halve liters zijn); de toeren van een LP; teveel promille in uw bloed; de hoogste graad van de Vrijmetselarij; het IQ van hun fans én de lengte van bepaalde lichaamsdelen van de groepsleden (samengeteld). Meestal is het in de media oorverdovend stil, wanneer Katastroof een plaat uitbrengt, maar de promotiestunt voor “Drijendaertigers”- door 33 Chileense mijnwerkers - was een groot succes. De groep verwacht dus dat het album in een mum van tijd dubbel-platina zal halen, of dat ze toch minstens 33 stuks verkopen. Als folkband experimenteert Katastroof wel eens met andere stijlen, ook nu hoor je vleugjes country, flamenco, skiffle, reggae en rock passeren. Een dik uur muziek, verdeeld over 21 nummers die je na een halve luisterbeurt al kan meebrullen. Al 33 jaar staat Katastroof elk weekend in een boerengat op het podium. Hun 21ste album bewijst dat ze plezier en inspiratie genoeg hebben om er nog 33 jaar bij te doen!