Herman Brusselmans: “We hoorden plots een zware klap”
Herman Brusselmans heeft een nieuw boek klaar. Het boek kreeg de titel ‘Theet 77’ en is naar goede gewoonte een echt Brusselmans-boek geworden. In het boek komen elementen terug die uit het leven zijn gegrepen, maar ook met een goede dosis fictie.
Zo schrijft Brusselmans onder andere over het café van zijn grootmoeder Maria. Het café waar zijn ouders elkaar hebben leren kennen.
“Mijn moeder stond achter de toog met haar zus Malvina. Zij waren een belangrijke reden waarom veehandelaars en boeren het café platliepen. Malvina en mijn moeder waren twee knappe meisjes. Maar één van die veehandelaars was mijn vader”, vertelt Herman in Humo.
Theet is een echt bestaande baan, waar Herman heel vaak komt. Het is nu een drukke baan en dat was vroeger niet anders. “Het was de doorgangsweg van Sint-Niklaas naar Dendermonde. De gewestweg bestond nog niet. Er werd ook hard gereden omdat er nog geen snelheidsbeperkingen waren.”
Maar het is ook een baan waar wel wat ongelukken zijn gebeurd. “Ik herinner me Maurice, een oude mens die tegenover ons woonde en die geregeld om verse melk kwam. Op een avond stapt hij terug naar huis, de weg over, en we horen een harde klap. Wij direct naar buiten, natuurlijk, waar we Maurice zien liggen: ‘Mijn melk! Mijn melk!’ (lacht) Wat bleek? Hij had in de verte twee lichtjes zien naderen, en had gedacht: aha, twee fietsers; ik zal de ene rechts laten passeren en de andere links. Maar het waren geen fietsers, het was een Renault Dauphine.”