Koop nu de nieuwe bestseller van Lize Spit
Wanneer verschijnt de nieuwe Lize Spit? Het moet de meest gestelde vraag sinds Lize Spit met haar debuut scoorde. Wel, het wachten is voorbij. Op 10 december verschijnt 'Ik ben er niet'. Een vuistdikke, 568 pagina’s tellende roman. En we durven met gerust hart te stellen: het is vintage Lize Spit.
De opvolger voor een succesvol debuut schrijven is nooit een makkie, zeker niet als je zo bejubeld werd voor je eersteling als Lize. Begin 2016 verscheen Het smelt en sindsdien gingen er meer dan 200.000 exemplaren over de toonbank: het best verkopende debuut van het voorbije decennium. En dan tellen we de 12 vertalingen nog niet eens mee. Daarom spraken we af: er is geen haast, werk in de luwte. En ineens was daar enkele maanden geleden een nieuw manuscript dat resoluut afrekent met het cliché van de moeilijke tweede.
Lize over Ik ben er niet: ‘De afgelopen vier jaar is er geen dag voorbij gegaan dat ik niet aan dit boek geschreven of geschaafd hebt. De personages zijn overal met me meegereisd. Dit verhaal is van persoonlijk belang voor me, maar ik wilde er ook literaire, spannende fictie van maken, en net daarom kostte het zoveel tijd om het te doen kloppen en het te voltooien. Ik ben erg opgelucht dat het eindelijk klaar is en dat ik het boek nu kan loslaten.’
Ik ben er niet volgt het verhaal van de Brusselse Leo die al tien jaar samen is met haar vriend Simon. Verbonden door een moeizame jeugd, heeft het koppel weinig anders nodig dan elkaar. Tot alles kantelt: Simon komt midden in de nacht thuis en lijkt vanaf dat moment iemand anders. Langzaam valt Leo’s minutieus opgebouwde bestaan uiteen, tot het punt waarop het gevaarlijk wordt.
Ik ben er niet is een roman over toewijding en verraad, over twee mensen die op hun eigen manier gemankeerd zijn, maar die hun uiterste best doen opgemerkt te worden, lief te hebben en te leven.
‘Wij waren de twee scheefgezakte pilaren die, zodra je ze tegen elkaar aan deed leunen, steviger zouden staan dan één ongeschonden, op zichzelf staande pilaar ooit kon. Het zou goed komen met ons, zolang we samen bleven.’
