Urbanus: “Dat was voor mij een grote stap”
Voor Urbanus echt beroemd werd in België had hij veel gêne en werd hij ongemakkelijk van een bijeenkomst van meer dan drie man. Die gêne is ondertussen verdwenen en hij speelt elke zaal in Vlaanderen plat.
“Het was voor mij een stap om op een podium te durven kruipen. Ik wou striptekenaar worden. Dat talent had ik al vroeg. In de lagere school hingen vaak tekeningen van mij in de klas. Als de juf zei 'Teken een fiets of een olifant' deed ik even mijn ogen dicht en kon ik dat dankzij mijn verbeelding zo op papier zetten. Mijn moeder probeerde me later als tekenaar binnen te krijgen bij Marc Sleen, Hergé en zo”, vertelt hij aan Primo.
Dat lukte niet, want ze zaten niet allemaal op dezelfde golflengte. Het ging bij Urbanus vooral om de ideetjes en de scenario’s en dat is niet wat de mannen wilden.
“Dan moesten ze hun auteursrechten delen. Ik volgde op mijn twintigste na mijn werk drie à vier jaar avondschool in Sint-Lukas. Daar zaten dan wel wat jonge gasten die het truitje van Kuifje of Jommeke mochten inkleuren, maar meer ook niet. De opkomst van de kleinkunst en countrymuziek was mijn redding.”