Willy Sommers: “Willy, hoe is dat mogelijk?”
Willy Sommers was op zijn zestiende een goeie voetballer. Er had wel eens een carrière als profvoetballer voor hem weggelegd kunnen zijn, maar ook zijn liefde voor muziek begon te groeien.
Toen hij dat liet weten aan de trainer van de ploeg waar hij op dat moment speelde, viel dat niet meteen in goede aarde bij de man.
“Hij zei toen wat bozig 'Maar allez Willy, hoe is dat mogelijk? Dat gij gaat stoppen met voetballen om een beetje lawaai op je gitaarke te maken, terwijl ge misschien carrière kan maken als voetballer!' Er was echter geen lievemoederen aan. Ik verliet Itna op mijn achttiende en om toch nog wat sportief te blijven ging ik voetballen bij het naburige Vlezenbeek, waar ik toen woonde met mijn ouders en zus Viviane, dat uitkwam in het Katholiek Sportverbond. Een jaar later brak ik door met 'Zeven Anjers Zeven Rozen'. En nog later voetbalde ik enkel nog sporadisch recreatief voor het goede doel met onder meer de ploeg van VTM en Radio2”, vertelt Willy in Primo.
Willy heeft altijd graag gevoetbald, ook wanneer hij gestopt was. Maar die matches voor het goede doel bleven niet zo plezant als in het begin.
“Op een bepaald moment begon dat toch een beetje bitsiger te worden. De ploegen waartegen we zulke benefietmatchen speelden, kwamen steeds vaker het veld op met het idee 'Ach, we gaan die BV'kes 'ns leren voetballen'. De duels werden harder en harder. Je kreeg voortdurend stampen en werd omvergeduwd. Ik besliste plots dat het genoeg geweest was. Je deed dat voor een goed doel, niet om langs alle kanten keihard getackeld te worden. Gelukkig ben ik altijd vrij van blessures gebleven.”