Arnout Hauben op stap met verpleegster
Arnout: “Zelf heb ik ooit maanden in het ziekenhuis gelegen met een tropische ziekte. Ik weet dus maar al te goed dat alle verpleegsters heldinnen zijn.”
In 1899 worden massaal benefietconcerten, feesten, biljarttoernooien en zangavonden georganiseerd om geld in te zamelen voor het Antwerpse hulpcomité dat een team van het Rode Kruis naar Zuid-Afrika wil sturen. Het hele land leeft mee met de Boeren en met het medische hulpteam dat naar Afrika wordt gestuurd.
Arnout: “Toen Alice samen met het Rode Kruis aan haar Zuid-Afrikaanse avontuur begon, werd ze door duizenden mensen uitgewuifd in het station van Antwerpen. Ook de burgemeester was erbij. Vanuit Antwerpen reisde het team naar Amsterdam, om daar in te schepen.”
Alice Bron had een grote bewondering voor Marthinus Theunis Steyn, de laatste president van Oranje Vrijstaat. Marthinus streed voor de Boeren in Zuid-Afrika. Tijdens zijn reis vindt Arnout zijn achterkleinzoon Colin terug. Hij baat een guest house uit in het oude huis van de president, in de buurt van Bloemfontein, en houdt de geschiedenis levend.
Colin: “Ook al had Oranje Vrijstaat niet de middelen, toch werd er gevochten om vrijheid. En wat heeft het ons gekost? Onze boerderijen zijn platgebrand, onze vrouwen en kinderen zijn naar concentratiekampen gestuurd. Maar het heeft ons ook sterk gemaakt.
Uit Arnouts talrijke gesprekken met de lokale bevolking blijkt dat de Boerenoorlog meer dan honderd jaar later nog steeds littekens achterlaat.
Stem dagboekfragmenten: Els Dottermans
De helden van Arnout, aflevering 4: maandag 18 september om 20.40 uur op Eén.