Een nieuwe plaat van de man die maar geen best of wil uitbrengen.
Die al een pak jaren totaal àndere platen uitbrengt, met bizarre songs die evenveel van elkaar verschillen, dat je haast zou vergeten dat ze allemaal dezelfde vader hebben. Tenzij je ze, net als kinderen die in bad moeten, volledig uitkleed, en dat is wat deze plaat doet. De rode lijn bij Daan zat al die jaren niet in de sound, de productie, dat is de aankleding - en het waren serieuze verkleedpartijen - maar in iets anders. De teksten, de “slag” aan elk van z’n nummers, maar ook de hang naar zuivere melodieën, naar drama, emotie, waarvan nu de feestverpakking wordt weggegooid. 18 songs die op het eerste zicht niets met mekaar te maken hebben volgen mekaar nu vloeiend op, op ‘n heel pure simpele manier opgenomen; met slechts drie mensen, alles live. No Tricks. Daan trok zich een week terug in de semisacrale studio “La Chapelle” in de Ardennen, met vaste begeleidster sinds jaren Isolde Lasoen in een glansrol, op percussie, koorzang, tubular bells, trompet, en vibrafoon, en de geniale cellist Jean Francois Assy, die eerder al iconen van de franse scene begeleidde zoals Alain Bashung, Miossec en Yann Thiersen. En vaste waarde Jeroen Swinnen steekt zijn visionair oor onder de, in deze digitale dagen, gedurfd eerlijke productie. Vanaf dag 1 vonden ze de juiste sound, een schijnbaar ingetogen, warm geluid dat echter ‘n pak energie en passie simplificeert tot verstaanbare, glasheldere songs. Lang verstopte parels uit z’n debuutalbum zoals “Simple”, de titeltrack, of “Ashtray”, de eerste single, krijgen eindelijk hun eerherstel. Songs als het onbekende “Wifebeater” of de novelty hit “Victory” die vroeger als ‘n potsierlijke pastiche klonken tonen nu hun ware emotioneel gelaat. De engel “Gabriel” komt eindelijk in de hemel toe, de huisvrouw in “Housewife” vraagt eindelijk de scheiding aan, terwijl de fjorden van Swedish Designer Drugs nog nooit zo diep waren. “Drink and Drive” heeft eindelijk de zoete pechstrook gevonden, terwijl Dead Man Ray’s “A Single Thing” maar één ding doet; blijten. “Icon” toont z’n ware roots; ditmaal, in het frans, als bonus track, klinkt het meer George Brassens dan Cash. Terwijl Le Vaurien plots “The Fool” heet, zoals het oorspronkelijk geschreven was, de nacht dat Daan met de song in z’n hoofd wakker werd. De Exen van Manhay zouden er even terug in geloven, tot Isolde’s genadeloze klokken hen tot rede brengen, om hen door te sturen naar ‘n onbereikbaar en donker “Neverland”. Om af te sluiten met de crooner “If I were a bad boy” - waarop Bert Van Roy, Daan’s vaste soundman sinds het begin, telkens antwoordde met “If? If??” Maar er zijn ook 2 nieuwe songs, de ubermelancholische openingstrack “Protocol” en Daan’s eerste waltz, (en pure love song) “I’m what you need”, die een curieuze sluier oplichten van wat de komende jaren nog zou kunnen gebeuren. Een plaat die oorspronkelijk bedoeld was om de wintertour met dit nieuwe trio te ondersteunen, maar uiteindelijk een heel nieuw hoofdstuk en voorlopig hoogtepunt is geworden. In de betere theaters van begin december tot eind april. Check www.daan.be voor data.